Dit ga je doen:

• Je leest eerst de bronnen. Dat is de tekst uit Brandaan en het artikel dat je ziet als je op de link klikt. 
• Daarna maak je opdracht. Lees hem goed door voordat je begint. 

De opdracht:

Robots in fabrieken hebben voor- en nadelen. Een voordeel is iets dat positief, fijn of goed is. Een nadeel is iets dat negatief, niet fijn of slecht is. Je gaat nadenken over de voor- en nadelen. Dit doe je door je in te leven in verschillende mensen. De voor- en nadelen verzamelen jullie op de placemat. 

De placemat:

• Iedereen kies een vak van de placemat. Het midden blijft vrij, dat vak kan door niemand gekozen worden.
• Je schrijft alleen in je eigen vak.

De mensen voor wie je de voor- en nadelen bedenkt:

• Jijzelf
• De baas van de fabriek
• Iemand die werkt in de fabriek

Dit ga je doen:

• Je schrijft eerst op wat jij denkt dat een voor- en nadeel is van een robot of machine in een fabriek.
• Dan schrijf je op wat je denkt dat een fabrieksbaas een voor- en nadeel zal vinden.
• Als laatste schrijf je op wat je denkt dat iemand die in een fabriek werkt een voor- en nadeel vindt van een machine of robot in de fabriek.
• Als iedereen de voor- en nadelen in zijn vak heeft geschreven, bespreken jullie de voor- en nadelen met elkaar. Jullie schrijven in het middelste vak van de placemat de drie voor- en nadelen die jullie het belangrijkste vinden.
• Lever je placemat in bij de juf.

En dan:

Geef in de reacties antwoord op de volgende vraag:

• Hoe denk jij dat de wereld er over 50 jaar uitziet met robots?

Klaar?