Voorbeeld tekst

Op de dagen dat de kinderen vrij zijn, hebben de meesters en juffen vaak studiedag. Zo’n studiedag is steeds weer anders. Eén keer deden we een activiteit die mij altijd bij is gebleven. We speelden een kaartspel, maar dat leidde tot grote chaos...

 

De studiedag begon met een kopje koffie en gezellig kletsen. Daarna gingen we naar de gymzaal, waar vijf tafels stonden met een kaartspel erop. Ik snapte er niks van. Een studiedag is altijd leerzaam en nu gingen we kaarten?

We gingen met een groepje aan de tafels zitten en moesten de spelregels lezen. We speelden het spel en daarna moest een paar mensen van tafel wisselen. We mochten niet meer met elkaar praten, het was helemaal stil. Maar dat was raar? Er werd valsgespeeld! Ik wilde wel wat zeggen, maar dat mocht niet. Ik raakte gefrustreerd, het ging helemaal niet eerlijk.

Later kwamen we erachter dat alle tafels met andere regels speelden, maar dat wisten we eerst niet. Omdat we niet mochten praten, waren we allemaal gefrustreerd geraakt.

 

We leerden hiervan dat het voor de kinderen ook heel verwarrend kan zijn als ze naar een andere klas gaan waar alle regels anders zijn. Zeker als je daar niks van mag zeggen. Wij hadden ons allemaal gevoeld zoals de kinderen.

En zo was een kaartspel toch nog heel leerzaam!

Stap 1

Je schrijft een stukje voor in de klassenkrant. Dat stukje noemen we vanaf nu een 'artikel'. In jouw artikel schrijf je over een gebeurtenis van dit jaar. 

Doel: Met jouw artikel wil je iemand informeren. Dat betekent dat je iemand informatie geeft. 

Een informerende tekst kan bijvoorbeeld gaan over wat een konijn eet, maar ook over iets (leuks) dat gebeurd is.

Met de klassenkrant willen we ook iemand vermaken. De lezer kan dan plezier beleven aan jouw artikel.

Publiek: Je schrijft jouw artikel voor alle vaders, moeders, opa's, oma's, tantes, ooms en buren van de kinderen van groep 6. Die mensen zijn vooral volwassenen. 

Je zorgt ervoor dat jouw taal past bij een volwassen lezer.

Stap 2

Als je straks het artikel gaat schrijven, gebruik je daarvoor een vaste opbouw. Je begint met de inleiding, dan volgt de kern en vervolgens het slot. In de kern schrijf je over de gebeurtenis. Dat doe je aan de hand van de WH-vragen.

  • In twee- of drietallen bespreek je de gebeurtenis van jouw mindmap en je controleert of je op alle zes de WH-vragen antwoord kan geven.

 

Voorbeeld WH-vragen

 

Als we kijken naar de voorbeeldtekst, kunnen we alle vragen beantwoorden:

Wie? De meesters en juffen.

Wat? Ze spelen een kaartspel en raken daardoor gefrustreerd.

Waar? In de gymzaal.

Wanneer? Tijdens een studiedag.

Waarom? Om te ervaren hoe kinderen zich kunnen voelen.

Hoe? Ze moesten wisselen van tafel en daar waren, zonder dat ze het wisten, andere regels. Ze mochten niet praten.

Stap 3

Schrijven maar! 

Je gaat nu de eerste versie van jouw artikel schrijven. Die hoeft nog helemaal niet perfect te zijn. Je gebruikt hiervoor de kopie die op de lage kast ligt. Die ziet er zo uit als op het plaatje.

Zoals eerder gezegd, heeft de tekst een vaste opbouw van de inleiding, de kern en het slot

Hieronder staat kort beschreven wat je in ieder onderdeel schrijft.

 

Let op! De titel verzin je pas als je de inleiding, de kern en het slot geschreven hebt.

De inleiding

In de inleiding vertel je kort waar het artikel over gaat. Verklap nog niet alles, want dan hoeft de lezer niet meer verder te lezen. 

Je kan de inleiding eindigen met een vraag, zoals: 'Wilt u weten hoe dit afliep? Lees dan gauw verder!'.

De kern

In dit stuk schrijf je alles over de gebeurtenis. Je zorgt ervoor dat alle zes de WH-vragen worden beantwoord. Je hoeft de vraag niet op te schrijven, maar de lezer wilt graag precies weten wat er gebeurde. 

Het slot

Met het slot sluit je je tekst af. Je kan bijvoorbeeld schrijven hoe je nu op de gebeurtenis terugkijkt of je sluit af met een pakkende zin, zoals: 'Wat een gebeurtenis hè?'.